woensdag 22 augustus 2012

Eindelijk pensioen


2030

 

Voorzichtig keek hij om de hoek door de deuropening naar de kleine Jelle. Het kind zat stoïcijns met zijn lego te spelen zonder enige aandacht voor zijn omgeving. Er werden verschillende stapels gemaakt van telkens 10 blokjes hoog. En als hij dan 10 stapels had gemaakt haalde hij ze een voor een weer uit elkaar en begon opnieuw. Vader Harm wist dat hij zijn zoon dan niet moest storen, ook al kwam hij net thuis van zijn werk. Wanneer Jelle zo bezig was en hij werd onderbroken knapte er iets in de kleine jongen en ging hij volledig door het lint. De lego en alles wat er dan in de buurt was werd opgepakt en keihard weggegooid. Met een hoge stem begon het kind dan te krijsen en zou daar de hele avond en nacht niet meer mee ophouden. In het begin wist Harm niet precies hoe hij daar mee om moest gaan, maar na verloop van tijd had hij zich leren aanpassen. Het gebeurde nu nog maar eens in de week dat de jongen hysterisch werd.

Zachtjes sloop Harm naar de keuken om een flesje bier uit de koelkast te pakken, ging naar de woonkamer en zette zich gemoedelijk neer op de bank. Met een zachte zucht liet hij zijn voeten op de salontafel rusten en zocht naar de afstandbediening van het plasmascherm. Nadat hij gecontroleerd had dat het volume zacht stond klikte hij het apparaat aan. Een klein geluid liet hem schrikken. Met grote ogen keek hij over zijn schouder en luisterde ademloos. Het was het geluid van legoblokjes die weer van elkaar af getrokken werden. Harm wist weer hoe hij moest ademen en probeerde zijn spieren te ontspannen en zijn aandacht op de televisie te richten.

Eigenlijk had Jelle helemaal niet thuis moeten wonen wist hij, maar door de bezuinigingen een aantal jaren geleden op maatschappelijk werk kwam hij niet in aanmerking voor vergoeding van opname. En omdat Jelle niet opgenomen kon worden mocht de jongen ook niet in therapie. De therapie was het enige dat er voor kon zorgen dat de kleine man uit zijn isolement getrokken zou worden. Morgen zou Harm nog eens proberen of het mogelijk was geld los te krijgen voor een zorgboerderij. Een paar keer eerder had hij dat geprobeerd, maar omdat zijn inkomen net op de grens tussen beneden-modaal en modaal lag werd het steeds afgewezen. Bij de ene ambtenaar zat hij net boven de grens van het toetsingsinkomen en bij de andere ambtenaar er net onder. Maar als hij er net onder zat en euforisch de aanvraag indiende was er weer een andere ambtenaar die het toch weer afwees.

Zijn vrouw Tiny lag al op bed. Of al, alweer was een betere term. Sinds twee jaar was ze overspannen verklaard en de relatie was behoorlijk achteruit gegaan. Eigenlijk vanaf de geboorte kon ze niet goed omgaan met de afwijkingen van Jelle. In het begin begon ze ook met schreeuwen, waarop het kind harder begon te krijsen, zij begon te huilen en het kind nog harder begon te krijsen. Ondanks alle pogingen lukte het haar niet om zich aan te passen aan de jongen. Regelmatig maakte ze de fout om de kamer binnen te lopen in een poging de vuile was uit zijn kamer te halen. En natuurlijk net op de momenten dat hij stapeltjes aan het maken was. Een paar jaar lang kon ze het nog volhouden, voordat ze knapte. Zo goed en zo kwaad als het ging probeerde Harm de twee uit elkaar te houden. Het lastige was dat hij overdag moest werken en dan geen toezicht kon houden.

 

2057

 

Harm sloot de deur van zijn kantoor achter zich. Eindelijk kon hij met pensioen, eindelijk kon hij rustig genieten. Op zich had hij zijn werk als chemisch analist met plezier uitgevoerd, maar de constante dampen van de verschillende chemicaliën hadden wel op zijn gezondheid gewerkt. Het ademen ging met piepen gepaard en hij rochelde iedere ochtend na de koffie allemaal slijm op met een vreemde kleur. Net als anderen had hij gehoopt op zijn 65ste met pensioen te kunnen gaan en hier had hij ook een aanvraag voor ingediend, maar de ambtenaar had besloten dat zijn beroep niet onder de zware beroepen viel. Officieel was het een kantoorbaan en fysiek en mentaal niet zwaar. Uiteraard had Harm al veel eerder willen stoppen, zodat hij zijn volledige tijd aan Jelle en zich zelf kon besteden, maar hiervoor had hij zich niet kunnen bijverzekeren. De kosten van de premies waren nodig voor de medicatie van zijn zoon, omdat de vergoedingen in 2032 uit het Ziekenfondspakket waren gehaald. En aangezien Jelle een geestelijke afwijking had, moest Jelle eerst onderzocht worden door een therapeut en dan een diagnose krijgen, voordat hij in aanmerking zou komen voor vergoeding. Maar hiervoor was opname nodig en Jelle kwam niet in aanmerking voor opname, omdat er geen capabele maatschappelijk werker beschikbaar was.

Nadat hij thuiskwam wierp Harm voorzichtig een blik langs de deur van Jelle’s kamer. De man zat rustig op de grond stapeltjes van 10 damstenen te maken en als hij 10 stapeltjes van 10 had, haalde hij ze weer van elkaar af en begon opnieuw. In alle stilte sloop hij naar de woonkamer. In de afgelopen jaren had hij geleerd dat hij Jelle niet moest storen, want als hij dat wel deed ging de man door het lint. Alles wat in zijn buurt stond werd dan opgepakt en weggesmeten en als Harm zelf in de buurt kwam betekende dat een bezoek aan de huisarts.

Maar goed, eindelijk kon Harm tot rust komen. Alle tijd die er nu was kon hij samen doorbrengen met Jelle en met een beetje geluk konden ze nog wat leuke dingen met zijn tweeën ondernemen.

 

2058

 

Tiny keek bedroefd naar de grafsteen. ‘Hier rust Harm Tadema’ stond er in sierlijke letters op geschreven. De chemische dampen en de stress rondom de verzorging van zijn zoon Jelle hadden een grotere impact op zijn hart gehad dan hij zelf door had. Op een ochtend dat Jelle door het lint ging (Harm had een van de damblokjes van de vloer op tafel gelegd) en Harm kwaad tekeer ging tegen zijn zoon viel hij spontaan neer om nooit meer op te staan. Een paar dagen later werd hij door een deurwaarder gevonden, die samen met de politie de nog openstaande huur kwam innen. Jelle had rustig in de hoek gezeten met zijn damstenen, stapeltjes van 10 aan het maken tot hij 10 stapeltjes van 10 had. Daarna haalde hij ze weer van elkaar af en begon weer opnieuw.

Ook al waren hij en Tiny 20 jaar geleden al gescheiden, ze miste hem wel. Het was een lieve man geweest. Hij had haar echter teveel op laten draaien voor de zorgen van Jelle, omdat hij vaak lang moest werken. Ze had er al vaker op aangedrongen dat hij eerder moest stoppen, dan was alles waarschijnlijk anders gelopen. Maar hij bleef altijd maar zeggen dat het niet kon. Ten einde raad had ze hem verlaten en was gaan samenwonen een succesvolle zakenman. Ook deze man had aan haar uitgelegd dat het voor Harm helaas niet anders kon, maar ze bleef er bij dat waar een wil is, een weg moest zijn. Met een traan in haar ooghoek nam ze afscheid van de vader van haar kind. Jelle was meegenomen door maatschappelijk werk, omdat ze haar moeder niet in staat achtten voor het kind te kunnen zorgen. De man werd opgenomen en kreeg therapie.

 

2062

 

Eindelijk was Jelle dan zover, hij mocht begeleid zelfstandig wonen. Het was een lange weg geweest, maar met behulp van medicijnen waren zijn uitbarstingen eindelijk overwonnen. Er was zelfs een vrouw in zijn leven gekomen en het ging heel voorzichtig, stapje voor stapje, maar het leek warempel bijna een relatie te worden. Regelmatig ging hij samen met een begeleider, naar het graf van zijn vader en deze keer was het ook niet anders. Of toch?

‘Ik wou dat je me nu had kunnen zien pa, ik heb een hele leuke vrouw ontmoet’, zei Jelle.

zaterdag 18 augustus 2012

Geloofsuitinkje


O lieve Heer,

Het is mij om het even
Maar gun mij in dit leven
Dat wat rijken anderen niet geven

Laat hen sidderen en beven
Door ons verderfelijke armelui
Veel bier en lekkere wijven te geven

Op die manier blijft het niet kleven
Dat armelui de miljonairsteven
niets zouden gunnen om naar te streven

Amen

P.S.:
En als een rasechte altruïst
zal de miljonairsman uitgedaagd
triomfantelijk maar toch geplaagd
uitroepen: ik heb naast de pot gepist
Daarna verwilderd zichzelf gevraagd:
Wat heb ik toch zo node gemist
Da’k door een lelijk wijf gedaagd
Aan ‘t altaar naar boven ben gevist