zondag 24 juni 2012

Leven...


Leef ik nog?

Ja, blijkbaar wel. Ik adem, ik denk en normaal is het ‘ik denk, dus ik besta’ en als ik besta moet ik wel leven. Alhoewel, een tafel bestaat ook, maar is eigenlijk niet in leven. Lastig. De pijn die mijn lijf voelt is wel echt. Die zou ik niet voelen, denk ik, als ik niet zou leven. Volgens mij wordt het ook weer tijd om even te gaan zitten. Een uur hier op bed en de pijn begint toch weer wat teveel te worden. Hoe zal ik dat doen? Even denken. Als ik de verpleging wil hebben moet ik op de rode knop drukken. Maar de rode knop zit aan de rechterkant van het hoofdeinde van het bed. Dus moet ik die met de linkerhand indrukken, maar daarvoor moet ik naar rechts draaien. En dat lukt niet. Ik kan mijn arm niet verder bewegen dan net schuin voor mijn borstkas, verder wil die niet. Met rechts lukt ook niet, want die krijg ik helemaal al niet omhoog. Toch moet ik het bed uit.

Een klein aanloopje, beetje naar links rollen en dan weer terug naar rechts? Ach nee, dan zit ik weer met dat infuus, dat is net te kort en ligt een beetje dubbelgevouwen onder de staander. O mijn God, wat doet dit pijn, kan dan even iemand mij helpen? Als ik even rechtop zit is het in ieder geval weer draaglijk. Eens even denken. Dat lukt ook niet al te goed. Man, hoe zou het zijn zonder al die medicijnen? Als ik nu nog zoveel voel moet het zonder medicijnen wel helemaal verschrikkelijk zijn. Of komt het misschien juist ook dóór die medicijnen? Nee, de artsen zeggen dat het zo goed is en dat het helpt. Dan moet het toch goed zijn? Toch proberen uit te vogelen hoe ik nu dat  bed uit kom.

Idee! Eerst de benen buiten boord en dan er voorzichtig uitglijden. Dat moet een optie zijn. Wel eerst even aan de infuusslang trekken anders knapt die misschien. Wel voorzichtig, want ik krijg er zo snel blauwe plekken en bloeduitstortingen van. Nog steeds geen verpleging en de buurvrouw ligt ook nog diep te slapen, dus daar heb ik ook niets aan. Gewoon maar proberen en hopen dat lukt. Gush, wat zijn ze opgezwollen, vooral die onderbenen en enkels. Dan staan mijn schoenen daar nog wel netjes te wachten bij mijn nachtkastje, maar volgens mij kan ik die nooit meer aan. Wel grappig eigenlijk, net een klein varkentje op damesschoenen. Eerst het rechterbeen schuiven. Ja, dat gaat. Nu het linkerbeen er achter aan. Ja gaat ook. Ooooh, mijn rug, kom op, even volhouden. Auw, auw, auw, even doorschuiven. Doorzetten! Kom op kont! Bewegen! Ja! Gelukt!

Niet zo hard bijten, daar krijg ik hoofdpijn van. Nog even doorzetten, kont er af schuiven en dan proberen wat rechtop te blijven. Bijdraaien. O mijn God, waarom die pijn? Waarom? Kom op! Wat was mijn idee ook alweer? Eerst benen, dan kont en dan….. Auw! O alsjeblieft, kan er iemand komen helpen? Gewoon even klein beetje optillen, dan voel ik mijn buik niet meer en heb ik wat minder last van de rug. Alsjeblieft! Even doorzetten, kom op! O ja, dat was het! Lichaam nog iets bijdraaien en met mijn ellebogen op het bed leunen. Klein stukje nog. Ja! Gelukt! Even uitrusten nu. Ha, ha, ha, het is maar goed dat de verpleging er nu even niet is, want dit zal wel een heel raar gezicht zijn. Even diep ademhalen en dan gokken dat de stoel op de juiste plaats staat. Dom zeg, ben ik helemaal vergeten waar de stoel ook alweer stond.

Had ik het infuus nu wel aangetrokken? Even kijken, ja, gelukkig. En dan nu even een kleine afzet, voordat mijn ellebogen te zeer gekneusd zijn van het leunen. Is het alweer bijna tijd voor de pillen? Heb ik het doosje al wel klaar gelegd? O nee, dat was tijdens het eten en het is nog geen etenstijd. Toch? Drie, twee, één en nu! God zij dank, de stoel staat er nog.
 Nu even op adem komen. Even de handen onder mijn hoofd, anders moet ik dat weer in de nek bezuren. Wat zie ik er toch opgeblazen uit. Welke van die pilletjes deed dat ook alweer? Het lijkt wel bubblegum dat de bellen pas in de buik blaast. Ach heden, is het schort ook weer open gevallen en nu zit ik net op een van de hoeken. Ach wat ook, de doktoren hier hebben al wel meer van me gezien. Het kan me ook niet meer schelen. Als er ooit nog een keer iemand langs komt kan dat wel even goed gedaan worden. Hoe laat is het nu? Bijna bezoekuur? Dan moet ik wel toonbaar zijn natuurlijk! Straks ziet mijn bezoek of dat van de buurvrouw mij zo zitten! Even op de rode knop drukken. Ach verdorie, daar kan ik nu natuurlijk helemaal niet meer bij. Dan moet ik weer terug het bed in. Laat maar eerst, ik ben nu moe. Even wat dommelen. Slapen zal toch wel weer niet lukken. Die vervloekte pijn ook. Waarom moet dat ook overal zitten? In ieder vezeltje? Ho ho, niet klagen, je bent er nog! Toch?

Even dommelen en bedenken wat ik straks ga doen. In het kastje lag nog een leuk boek, misschien dat? O nee, dan krijg ik na twee regels alweer pijn in het hoofd van het staren. Radio luisteren dan? Gaat ook niet, de oren zijn sinds de laatste behandeling gevoeliger geworden. Verdorie en als ik het nu eens zachtjes probeer? Nee gaat ook niet, had ik gisteren al gedaan en dat heb ik de hele nacht geweten. Handwerk? Zou misschien nog kunnen. Even de vingers tegen elkaar aan drukken. Ja, dat zou moeten kunnen. Ach verrek, nee toch! Ik heb de spullen niet hier liggen! En ik had het ze nog zo gevraagd! Of toch niet? Ben ik dat dan toch vergeten? Nee, zij hebben er vast niet aan gedacht, dat is altijd zo. Of misschien...? Ik vraag het later wel even als ik er om denk.

Kijk eens aan, ze hebben hier wél verpleging! Kunnen zij me mooi even helpen met mijn schort en misschien ook even de kwijl uit mijn mondhoek halen, want daar heb ik zelf even de kracht niet meer voor. Dat leunen op de ellebogen is toch weer slopend. Hebben ze nu ook al eten bij zich? Maar het bezoekuur moet toch nog beginnen? Even op de klok kijken. Waar is die klok ook alweer. Ach ja, dat is ook zo, mijn horloge ligt op het kastje vlak voor de rode knop. Nou dan zal het wel etenstijd zijn. Maar als het etenstijd is, waar is mijn bezoek dan? Of zijn die al geweest. Ik vergeet ook zoveel door die verrekte pijn en die domme medicijnen. Ik weet het ook allemaal even niet meer. Even aan de verpleger vragen hoe laat het is. Lukt niet. Kom op nou, alleen maar ‘hoe laat is het?’. Nee helaas, te moe, kan niet praten. Later maar even vragen, als ik het niet vergeet. Eerst even rustig zitten, dit is een stuk beter. De verpleger zegt ook iets, even concentreren.

“Mevrouw! Bent u nu helemaal gek geworden? U moet wel in uw bed blijven! Het is heel belangrijk dat u rust krijgt! Ik zal uw sapje even neerzetten en dan zal ik u snel weer terug leggen.”

Het zout op mijn lippen voelt op een gekke manier prettig. Ik ben nog niet vergeten dat ik kan huilen…

1 opmerking:

  1. Ja hoor he he daar is ie weer !!!!!!!

    Ene nederige groet vanaf den hogen toren waar een kruisje bij de urn van de postduif staat.

    BeantwoordenVerwijderen