Een dame loopt op straat. Niets mis mee
op zich, gebeurt tenslotte wel vaker. Mooie laarzen, strakke legging, kort
rokje, frivool loshangend jasje en daaronder een strak truitje. Als
rechtgeaarde man gaat de mond open en volgen de ogen wijd open het voorbij
wandelende tafereel. Klikkerdeklikklikklak en de achterkant hebben we bijna
gehad, daar komt de voorkant, de verrassing, wat zou het worden, wat zou het
zijn? Dan de schok! Een zwaar gerimpeld gezicht, met zwaar verzakte wallen
onder de ogen, een haakneus met wrat waar Hans en Grietje zo bang van zouden
zijn geworden dat ze nooit aan het huisje waren gaan knabbelen, een bril met
glazen waar nog geen normale optische graadmeter voor uitgevonden is (misschien
Hubble), een mond waar de uitgedroogde vellen onderaan bungelen en als klap op
de vuurpijl een beginnend sikje. De mond valt dicht, de ogen vallen dicht en
met het spookbeeld nog in de ogen ontdekt een lantaarnpaal dat deze harder is
dan mijn eigen voorhoofd.
Een
van de mooie zaken van het leven als man op straat is dat je je ogen goed de
kost kunt geven. Tussen winkelend, wandelend, keuvelend publiek kun je rustig
kijken naar langs glijdende dames in leuke vlotte aantrekkelijke kleding ofwel
eerst van de voorkant aanschouwd of eerst van de achterkant. Achterkant is
meestal leuker, want als er dan een mooi gezicht met sterrenstraling en
robijnrode lippen te voorschijn komt kun je als man even lekker wegdweilen bij
allerlei romantische gedachten voor je weer huiswaarts keert. Plus educatief is
het ook zeer belangrijk daar zoon ook aangeleerd moet worden waar hij zijn
pijlen toekomstig op kan richten. Vergezeld van een ‘oelaalaaaaaa’, ‘wauw, daar
zou ik wel eens meerdere beschuitjes mee willen eten’ of platvloers ‘jammie’
kan de pre-puberale opvoeding een solide basis krijgen.
Vroeger
echter bestond er nog zoiets als duidelijk afgebakende generatiekloven. Ik was
jong, mijn ouders waren oud, mijn grootouders nog ouder en dit uitte zich in de
vaderlandse klederdracht heel duidelijk in een gevarieerd bloemetjesmotief. Bij
de een was dit letterlijk uit de woonkamer gehaald en tot kledingstuk
omgetoverd, de ander had een lapje in de winkel gekocht om op de gordijnen in
de woonkamer te gaan lijken. Helemaal niets mis mee, schept gewoon
duidelijkheid. Wij jongeren van geest
(die destijds ook aardig voor lul liepen vinden we nu achteraf) konden ons qua
aankleding in ieder geval duidelijk onderscheiden van de respectabele, oudere
generatie, die nog voor onze verworven vrijheden gevochten hadden.
Als je in die tijd een strak jurkje over
straat zag lopen wist je dat het een fraai ontworpen kledingstuk rond een fraai
gemaakt lijf of een minder fraai gemaakt lijf was, maar je wist in ieder geval
zeker dat er een bovengrens aan de leeftijd zat. Was je zestien, kon je
rondkijken naar prachtige rondingen die ook rond die grens zaten. Werd het een
paar jaar ouder veranderde de kledingstijl ook weer enigszins en kon je als
jonge jongen nog denken: ‘die is ouder, maarrrrrrrrrrrr zeker goed
geconserveerd’. En deze conclusies waren ook te trekken op basis van enkel het
kijken naar de achterkant.
Tegenwoordig
helaas niet meer. We lijken wel mengelmoesgeneraties te krijgen. De categorieën
van moeder en dochter die elkaars ‘vriendinnen’ zijn, meer dan dat ze een
moeder-dochter relatie hebben, stuiteren massaal door dorps- en stadskernen.
Dus gaan ze elkaar ook aankleden. Mams moet zo nodig ook jonger gekleed worden,
al heeft ze het uiterlijk van een honderd jaar oude gedroogde pruim. Vlotte
kleding erop, dan kan dochterlief in ieder geval nog samen met haar op stap en
da’s gezellie. Sociaal gezien geweldig, we kunnen tenslotte allemaal van elkaar
leren, maar waarom kan in Godsnaam dan niet gewoon de kledinggeneratiekloof
blijven bestaan?
Als
ze graag ‘vriendinnen’ willen zijn, samen op stap, samen te winkelen en weet ik
veel wat ze samen allemaal willen delen, laat dan de één lekker in oubollige
kleding rond stuiteren met een figuur corrigerend onderding erbij dat van
afstand herkenbaar is als hulpmiddel voor door zwaartekracht aangetaste
lichaamsdelen, en laat de ander lentefris uitdagend rond dartelen met push-up
bh en bijpassende, net zichtbare, string boven het rokje of de heupbroek. Het
werkt verwarrend als ze allebei in dezelfde soort kleding gaan lopen, het zorgt
voor trauma’s, nachtmerries. Het onderbewustzijn moet weer harder aan het werk
om dit ‘s nachts goed te kunnen ordenen met als gevolg de dag erna een burn-out
achtig gevoel dat je niet helemaal kunt plaatsen.
Onze
lieve Heer heeft zoveel prachtig vrouwvolk geschapen en een benodigde
hoeveelheid al dan niet homoseksuele modeontwerpers of -‘sters om ze in
schitterende outfitjes te steken. Maar die outfitjes zijn ontworpen voor jonge
godinnen en worden daarna door ontwikkeld om te passen op alle aanwezige vrouwenfiguren
(dik, dun, klein, groot) met allerhande uitstralingen waar wij mannen dan weer
volop van kunnen genieten. De andere generaties hebben hun eigen
kledingontwerpers en bijhorende tijdgebonden outfits. Hierdoor is alles zo mooi
herkenbaar en sta je als vader tijdens de opvoeding van je kind niet voor aap
als je roept: ‘mennn, wat een lekker ding’ om vervolgens bij het zien van de
voorzijde van het ‘lekkere ding’ naar je zoon te kijken die een blik heeft van:
‘Jezus, die ouwe lul hier bij me die spoort echt helemaal niet. Die heeft niet één,
twee, maar wel drie klappen van de plaatselijke molen gehad. Als ik het daar
van moet hebben wat vrouwen betreft kan ik beter op zoek naar een leuke jongen
denk ik.’
Het
is allemaal niet zo moeilijk. Het is net als met de katholieke kerk en andere
geloven: met bepaalde zaken hoef je NIET met je tijd mee te gaan. Bepaalde
zaken behoren zo te zijn. Die heb je vroeger bedacht, zodat het ongrijpbare
fenomeen ‘leven’ duidelijker wordt voor de mens. God is goed, de duivel is
kwaad. Geen grijstinten, geen gelul. Seks voor het huwelijk is slecht en
geslachtsgemeenschap is alleen maar om kindertjes te krijgen. Niks democratisch
compromisgezeik over grijstinten in de samenleving. Het klinkt niet als de paus
roept: ‘Seks voor het huwelijk mag, wij moeten tenslotte ook met onze tijd
meegaan.’ ’Met condoom mag ook wel om ongewenste zwangerschappen en ziektes te
voorkomen, want ja, vroeger hadden we nog geen condooms, dus kon de kerk ook
niets anders zeggen.’ Nope, gewoon geen seks voor het huwelijk, lekker aan
vasthouden, tijdloos preventief.
En
zo is het ook met de kleding: jonge dames in vlotte aantrekkelijke kleding,
waar mannen kwijlend naar blijven staren, verloren in dromen van mogelijke
huwelijken en toekomstige exen. Jonge dames van de achterkant kunnen bekijken
en wachten tot de voorkant zich aandient en dan hun zoon aan kunnen kijken die
in volle bewondering omhoog staart naar zijn vader. ‘Dat heb je goed gezien pa,
dat is echt een lekker ding! Nu weet ik waar ik als ik groter ben op moet gaan
letten. Dank je wel!’ Hun moeders of alles wat qua leeftijd daar boven over
heen gaat gewoon in hun eigen zomerse, gedateerde, outfitjes lekker herkenbaar,
die je dan standaard met het gepaste respect kan begroeten. Maar dat gedoe van ‘ik
wil me eigentijds kleden’, ‘mijn moeder kan zich zo leuk vlot er uit laten
zien, ik durf haar wel mee uit te nemen’, ‘Ze is mijn beste vriendin!’, dat
gedoe moet gewoon ophouden. Als jongere heb je jongere vriendjes en
vriendinnetjes en wil je niets met je ouders te maken hebben en interesseert
het je geen reet hoe ze gekleed is want je zorgt er toch wel voor dat je niet
met haar op straat gezien wordt.
De
kans dat je de verslindster van Hans en Grietje tegenkomt in een uitdagende
eigentijdse outfit moet tot nul gereduceerd worden. Geen verrassingen op dat
vlak behalve de verrassingen die de kleding designers bedoeld hebben. Een woest,
heftig uitdagend uitziende dertiger moet ook in een uitdagende dertiger
herkenbare outfit voorbij komen. Gaat ze zich kleden als twintiger of zestiger
wordt het verwarrend en dat moet niet. Dan wordt het dagelijks leven te
gecompliceerd. Er zijn al zoveel zaken om over na te denken (zin van het leven,
waarom is er oorlog, als Mark Rutten nog vrijgezel is zal hij dan homoseksueel
zijn, waarom was Eva Jinek bij Moskovic). Iedere vorm van onduidelijkheid maakt
het moeilijker en ingewikkelder om over die andere zaken na te denken. Dan
krijg je chaos in je hoofd en voor je het weet moet je in therapie en raak je
in de stress omdat je niet weet welk psychisch leed nu wel of niet vergoed
wordt.
Grijnzzzz.....
BeantwoordenVerwijderenIk trek vanaf morgen een bloemetjesjurk aan, ga koken met een schortje voor en zal krulspelden kopen;-)
Alleen inlegkruisjes doe ik niet aan. Doe mij dan toch maar die "vriendinnen-tampons" waarbij je niet doorlekt.
Ik ben liever nog geen Tena-lady;-)
Het item "van achteren jong en van voren oud" noemt men ook wel "van achteren lyceum, van voren museum".
;-)