Het zand zweefde in sierlijke slingers rond haar blote voeten omhoog. Een zachte wind liet de wijd uitlopende broek tegen het versleten jurkje wapperen dat er achteloos overheen aangetrokken was. Ondanks de warmte droeg het meisje een Westers aandoende jas met felgele letters op de schouders. Voor haar lengte was het jack veel te groot en het bolde wat vreemd op onder haar vuile gezicht. De armen hield ze slap naar beneden, maar die bleven door de jas een stukje van haar lichaam af hangen. Het ravenzwarte haar krulde wild uiteen, onder het stof, om te eindigen in dorre dode punten. Twee grote glanzende diepbruine ogen keken zonder emotie de soldaat aan die zijn wapen strak op haar gericht hield.
Sander hield zonder ook maar een moment te trillen de loop van het semiautomatische geweer op het voorhoofd van het meisje gericht. Precies in het midden boven haar ogen. De geluiden in de straat waar hij stond hoorde hij niet meer. Zijn volledige aandacht ging naar de ogen voor hem, zoekend naar een twinkeling, een beweging, een moment dat aangaf dat ze iets van plan was. Bij het kraampje links van hem leken de mensen bevroren naar het tafereel te staren. Rechts van hem stonden twee mannen achter een afgebrokkelde muur van een ingestort gebouw. Achter het wilde haar reed een auto voorbij om krakend en piepend links van het gezicht tot stilstand te komen. De bestuurder staarde strak naar de twee figuren in het midden van de straat. Ondanks dat de militair wist dat ze er waren besteedde hij er geen aandacht aan. Op de pantserwagen achter hem zaten twee soldaten die de omgeving scherp in de gaten hielden en Sander wist dat hij blindelings op hen kon vertrouwen.
Leek daar een lach te verschijnen? Een kleine zachte glimlach? Of wilde Sander dit alleen maar zien? Met een strak gezicht en staalharde blauwe ogen waarin de angst verdrongen werd door militaire concentratie bleef hij haar aanstaren. De emoties die hij hoorde te voelen waren door zijn opleiding en de ervaringen van de laatste weken naar een onbekende diepte verdwenen. De beelden van een maand geleden stonden de soldaat nog helder voor ogen. De wagen voor die van hem werd begroet door een kleine jongen van zo’n 8 jaar schatte hij. Vrolijk lachend en zwaaiend. Het pantservoertuig stopte en een van de militairen opende het luik om het kereltje te begroeten. Het viel ze niet op dat er iets naar binnen werd gegooid. De militair keek vriendelijk glimlachend even om in een reactie op het geluid dat hij hoorde. De aandacht van Sander was even verslapt en op het moment dat hij weer keek was het jongetje verdwenen. Een tel later verdween het voertuig voor hem in een grote bal van vuur en hoorde hij enkel nog het schreeuwen van brandende mannen.
De zon brandde ongenadig op zijn helm en een zweetdruppel rolde tergend langzaam zijn rechteroog in. Het brandende gevoel negeerde hij. Links van hem waaide wat stof op en een vrouw boog zich voorover om iets te pakken. Instinctief draaide hij zich bijna om, herinnerde zich de pantserwagen achter hem en bleef roerloos staan. Een van de mannen rechts deed zijn rechterarm omhoog en Sander wist dat de man nu zou vallen als er iets verdachts in zijn handen zou zitten. Een half jaar geleden hadden ze dat, naïef als ze waren, nog over het hoofd gezien. Het meisje, ongeveer 12 jaar oud, had daar handig gebruik van gemaakt. De verkenners liepen door de stad en werden afgeleid door het speelse gedrag van het meisje. Met bloemen in de hand kwam ze huppelend op hen af en met vrolijke ogen brabbelde ze iets onverstaanbaars om vervolgens een arm met een bloem naar hen uit te steken. Alle vier keken de soldaten ontspannen naar het kind en ze voelden zich welkom. Even snel als ze gekomen was rende ze weer weg en even later spatte het bloed van een van de militairen op het gezicht van Sander en de soldaat naast hem viel roerloos neer. Instinctief dook hij achter een kist en dat redde zijn leven. De tweede soldaat zakte langzaam door de knieën en greep naar zijn keel waar een fontein van rode vloeistof uit spoot. De derde kon met uiterste krachtinspanning naar een muurtje rennen en zich daarachter verbergen, terwijl het zand achter zijn voeten omhoog spatte. Even snel als het begon was het weer voorbij. In de verte zag hij het meisje de hoek omgaan en een steeg in vluchten.
Diepbruine ogen waar een schoonheid in verborgen lag als de ochtendnevel boven de weiden in het vroege najaar bij het dorp waar hij vandaan kwam. Ergens in de diepte daarvan zag hij haar toekomst voor bij gaan. De school die hij en zijn maten voor haar zouden bouwen, voldoende voedsel door grote vrachtwagens aangevoerd, dansende kinderen op de speelplaats aangelegd met behulp van de machines die ze hadden meegenomen. En als ze groter was zou ze gaan studeren op de universiteit in de hoofdstad die herbouwd was. In prachtige kleding werd ze een vooraanstaand lid van de nieuwe politiek die het land zou besturen en haar lach zou betoverend zijn. Een druppel zweet rolde naar zijn kin en viel als zoute regen naar de uitgedroogde grond onder zijn voeten. Oorverdovend spatte de druppel uiteen en sijpelde weg tussen de losse korrels. Het meisje reageerde op het geluid door met haar donkerbruine ogen snel naar links te bewegen. Haar rechterarm bewoog een fractie naar de opbollende Westers aandoende jas met felgele letters. Twee seconden… Twee seconden voor hij zijn beslissing genomen had. Twee seconden nadat hij haar voor het eerst ontmoet had haalde hij de trekker over…