dinsdag 17 april 2012

Het stoppertje


‘Wat is jouw probleem?’
‘Huh? Ik heb helemaal geen probleem.’
‘Jawel, jij hebt echt een probleem.’
‘Hoezo?’
‘Je rookt toch?’
‘Ja, klopt.’
‘Dan heb je dus een probleem, anders zou je niet roken.’
‘Een probleem is pas een probleem als je het als een probleem opvat.’
‘Ik vind het een probleem, dus dan heb jij een probleem.’
‘Da’s dan dus net niet waar, want ik ervaar het niet als een probleem.’
‘Waarom stop je er niet mee?’
‘Waarom wel?’
‘Omdat het gezonder is voor je lichaam en je geest en vooral de omgeving. En de omgeving dat ben ik onder andere.’
‘Dus jij maakt van jouw probleem mijn probleem door te beweren dat ik het probleem voor jou creëer?’
‘Waardoor dus jij een probleem moet hebben, zoals ik al eerder zei.’
‘Ik heb een oplossing voor jouw probleem waar je mijn probleem van probeert te maken.’
‘Dus je erkent dat je een probleem hebt, doordat je mij een probleem bezorgt?’
‘Nee, ik erken dat ik een probleem heb dat net ontstaan is doordat jij mij een probleem probeert te bezorgen aan de hand van jouw probleem.’
‘En hoe zie je dat probleem dan voor je?’
‘Jij hebt een probleem met mijn roken omdat je bij mij in de omgeving vertoeft. Door mij een probleem aan te praten met het roken beweer je dat ik een probleem heb, terwijl dit jouw probleem is, waar je mijn probleem van maakt. Dus ontstaat er bij mij het probleem dat mijn roken jouw probleem is dat je mijn probleem probeert te maken. En zoals het met problemen hoort moet je die oplossen.’
‘En wat is die oplossing dan?’
‘Ik los mijn probleem op door jou uit mijn omgeving te verwijderen. Dan is jouw probleem niet meer het probleem dat je mij probeert op te dringen en is mijn roken jouw probleem niet meer, dus hebben we een dubbele probleemoplossing.’
‘Verrek, zit wat in.’
‘Yeps, en als jouw storende aanwezigheid uit mijn omgeving verwijderd is kan ik me tenminste eindelijk richten op rustig stoppen met roken. Want het kost me toch een bak geld dat spul.’

1 opmerking: